Hartaandoeningen bij huisdieren zijn in vele gevallen onomkeerbaar. Daarom is het uiterst belangrijk om het probleem tijdig op te merken om uitbreiding ervan zo goed mogelijk te kunnen afremmen en de nadelige gevolgen te beperken.

Op basis van de klachten kan gericht naar het probleem gezocht worden. Ieder onderzoek start met het grondig beluisteren van het hart met de stethoscoop. Indien nodig wordt hiervoor gebruik gemaakt van een digitale stethoscoop. Hiermee kunnen de ademhalingsgeluiden weggefilterd worden om zo nog beter de fijnste bijgeruisen van het hart te kunnen opvangen.

Vergroting van het hart, bv. door een slecht functionerende klep of een verdikking van de spierwand, kan gemakkelijk waargenomen worden op radiografie. Hierbij kan eveneens het effect van de hartafwijking op de grote bloedvaten en op de longen goed beoordeeld worden.

Ritmestoornissen worden dan weer verder geëvalueerd via het elektrocardiogram (ECG of EKG). Afwijkingen aan het prikkelgeleidingssysteem kunnen zo in kaart gebracht worden.

Echografie is ook een handig hulpmiddel voor de beoordeling van klepafwijkingen en hartspierafwijkingen. Voor een grondige beoordeling wordt hiervoor doorverwezen naar een erkend cardioloog die beschikt over een kleurendopplerechograaf.